Details
1 cd
Vlaamse stem
Besprekingen
De Morgen
POËZIE - dat moet voor Maud Vanhauwaert wel op precisie rijmen. Ze probeert zo nauwkeurig mogelijk te formuleren, variërend, omcirkelend, om dan toe te slaan, als in een steekspel. Het leven zo goed mogelijk proberen te vatten, datgene wat je niet kunt verwoorden of beschrijven toch onder woorden brengen, dat lijkt haar doel in haar nieuwe, fascinerende boek Wij zijn evenwijdig.
Is het poëzie? Ik denk het wel, alleen al door de erg visuele manier van schrijven, door de herhaling en de variaties, door de bladspiegel, waarbij Maud Vanhauwaert ervoor kiest om versregels en soms witregels te hanteren. Op de achterflap suggereert ze dat we haar nieuwe boek kunnen lezen 'als een bundel gedichten, als een bochtig verhaal of als een kleurrijke optocht van droevige moppen'.
Eigenlijk moeten we niet kiezen. Deze bundel heeft het allemaal. Wellicht was Maud Vanhauwaert op zoek naar een manier om zichzelf uit de dagen en de inhoudelijke en vormelijke grenzen van poëzie af te tasten. Je voelt haar podiumtalent in elke zin, door haar aandacht voor het ritme. En doordat de versregels rond een waarneming of een anekdote kronkelen. Ze pakt je aandacht door de aan het surreële grenzende associaties. Ze laat flauwe grapjes toe, zoals Overschotjes van gisteren smaken sterker nog vandaag. (Zucht, I'm Bond. Bond zonder Naam). Of harde, zoals de cynische opmerking van een chirurg tegen een vrouw van wie hij de borsten heeft geamputeerd: Als kleuter was u toch ook plat.
Maud Vanhauwaert neemt ons mee op een stedelijke tocht, waarbij we allerlei mensen in beeld krijgen. We worden van de ene ontmoeting naar de andere zintuiglijke indruk meegenomen, zoals hier: Er komt een vrouw naar mij toe. Ze zegt 'wij zijn evenwijdig, raken elkaar in het/ oneindige, laten we rennen'. En we ren-/nen. Met onze armen zwaaien wij een/ maat die bij ons past.
De titel van de bundel, waarnaar dit gedicht verwijst, Wij zijn evenwijdig, raken elkaar in het oneindige, drukt op een wiskundige manier mogelijkheden uit. Nieuwe associaties helpen ons, lezers, om ons wereldbeeld te herijken. Want Maud Vanhauwaert wil confronteren, vervreemden, de lezer licht uit balans brengen. En daar slaagt ze, door de weegschaal precies tussen wiskundige precisie en ongebreideld associatievermogen te laten stilstaan, heel goed in.
Maud Vanhauwaert, Wij zijn evenwijdig, Querido, 112 p., 18,99 euro.
PAUL DEMETS ■
De Standaard
Maud Vanhauwaert is wat je, enigszins oubollig geformuleerd, een polyvalente woordkunstenares noemt. Zij wordt steeds meer gevraagd, schmiert met het podium, laveert online van her naar der in allerlei videofilmpjes en is 'huisdichteres' in het televisieprogramma Iedereen beroemd op Eén. De formule waarvoor zij opteert, fascineert. Sterker: misschien werd het wel tijd dat iemand in het Nederlandse taalgebied zich uitgebreid van die veelheid van mogelijkheden ging bedienen. De vraag is of de invulling altijd overtuigt. InIedereen beroemdwil het voor geen cent lukken. Hoe zit het met de uitgeschreven versie van haar teksten die nog het meest op gedichten willen lijken, zoals in haar bundelWij zijn evenwijdig_?
Maud Vanhauwaert plukt de vruchten van haar inventiviteit. 'U kan dit boek lezen als een bundel gedichten, als een bochtig verhaal of als een kleurrijke optocht van droevige moppen', staat er op het achterplat. En inderdaad: een klassieke dichtbundel is dit in geen geval; het is zelfs nauwelijks een klassiek boek, want Vanhauwaert wil bijvoorbeeld niet dat het zich laat vatten in genummerde bladzijden. Geen van de tafereeltjes eindigt overigens met een punt. De schrijfster laat ze eindigen met een liggend streepje, alsof ze niet echt eindigen.
Welke vraag is hier het meest aan de orde? Wellicht die naar de aard van de relatie tussen de ik en de ander. Waar is communicatie mogelijk en op welke manier? Niet direct in de gewone realiteit lijkt de titel te suggereren: raken doen personen elkaar namelijk alleen in het oneindige. Wat wij in alle tekstflarden lezen, is een poging om te definiëren wat precies een persoon is. 'Ik zeg "ik ben iemand die hier is"_' staat er ergens. En nog: 'Ik ben iemand die van ver komt_'. Of dit: 'Ik ben iemand met de neiging om iets te zeggen, iets blijvends, iets dat je in het zand kunt schrijven en dat er na twee keer vloed nog staat (...)_'. Vanhauwaert houdt van dit soort paradoxen die een communicatie moeten afschilderen die nu eens wel en dan weer niet mogelijk is. Haar universum bestaat uit de dolste verhalen die de lezer ontregeld achterlaten. Vanwege de overvloed aan impressies is het alleen niet evident dat die de dichteres tot aan het eind blijft volgen. (Luuk Gruwez)
MAUD VANHAUWAERT
Wij zijn evenwijdig_ Raken elkaar in het oneindige_ En we rennen_
Querido, 112 blz., 18,99 ?.
¨¨¨èè